Reportage
Rampenoefening:
paniek in de metro
Amsterdam UMC heeft een nieuw gezamenlijk rampenplan. De protocollen om het hoogste niveau van acute zorg te waarborgen, werden op woensdag 8 november voor het eerst in de praktijk getest. De virtuele noodsituatie: een heftig ongeluk in de Amsterdamse metro. Aan de grootschalige rampenoefening deden 200 medewerkers van beide locaties mee. “Let op: de patiënten zijn nep”
Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema
“Waar is de chirurg?”, roept iemand op de gang. “Er komen nog meer patiënten aan. We hebben geen ruimte meer voor een nieuwe T1.” Het is een chaos van medewerkers op de gang van de SEH. Verpleegkundigen, assistenten, artsen, chirurgen, iedereen loopt door elkaar. Sommigen hebben gekleurde hesjes aan, anderen een oranje band om de arm. De patiënten die worden binnengebracht zijn ernstig gewond, sommigen levensbedreigend. Er is een uur geleden een metro ontspoord in Amsterdam, waarbij brand uitbrak en mensen bekneld zaten. De patiëntenstroom naar Amsterdam UMC is op gang gekomen. Gelukkig gaat het vandaag niet om echte patiënten met echte verwondingen, maar om lotusslachtoffers met zeer realistische geschminkte wonden. Voor het eerst test Amsterdam UMC het nieuwe Amsteloverstijgende rampenplan.
Levensbedreigend
Tijdens de gezamenlijke briefing in Collegezaal 4 op locatie AMC komt - zoals beschreven in het uitgebreide draaiboek - stipt om 8.05 uur de melding van de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) binnen. Er is een grootschalig incident gebeurd met meerdere slachtoffers van wie een aantal in de categorie T1, wat betekent dat deze in een levensbedreigende situatie verkeren. Maartje Terra, voorzitter van de commissie Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP), leidt de oefening in. “We moeten oefenen om toekomstbestendig slachtoffers van rampen op te vangen”, zegt Terra, tevens traumachirurg en lid van het Mobiel Medisch Team (MMT). “Nu oefenen we met traumapatiënten, in de toekomst gaan we ook oefenen met rampen door vergiftiging en aanslagen.” De opdracht die Terra haar collega’s geeft: kijk kritisch en grondig naar je eigen plan en geef de punten ter evaluatie door. Ze benadrukt nog dat de patiënten nep zijn: “Dus stop er geen tubes of infusen in.” De oefening gaat niet om de medische kennis, maar om de logistiek van het rampenplan.
Dan begint de oefening en gaan alle 200 deelnemers naar hun eigen afdeling: wachten op wat komen gaat. Degenen met een oranje band om, zijn de waarnemers. Zij observeren wat er gebeurt en sturen indien nodig bij. Ze zijn op de hoogte van het scenario. De overige deelnemers hebben nog geen flauw idee wat hen in de komende tweeëneenhalf uur te wachten staat.
Minder traumakamers
Een van de waarnemers, SEH-verpleegkundige Wouter Prins, is nauw betrokken geweest bij het bedenken van het type slachtoffers. “Het is belangrijk dat we dit plan testen in de nieuwe situatie, waarbij de SEH zich volledig op locatie AMC bevindt. Eerst hadden we de beschikking over acht traumakamers, nu nog maar vier. Ook zijn er cruciale dingen in het rampenplan veranderd, zoals de plek van de triage. Dat is nu in de ambulancehal, in plaats van op de SEH.” In de ambulancehal staat het eerste groepje lotusslachtoffers al klaar om te starten. Onder hen ook Corina Bestebreur, een medewerker van de Acute Opname Afdeling (AOA) op locatie VUmc, die buiten werktijd als lotusslachtoffer werkt. Ze heeft een metalen voorwerp in haar been en ziet er lijkbleek uit. “Ik moet een slachtoffer spelen dat in shock raakt”, vertelt ze. “Het is een uitdaging om je rol goed te spelen, zodat de medewerkers zo realistisch mogelijk het protocol kunnen oefenen.”
De plek van de triage is cruciaal
Triage
Het ambulancepersoneel doet ook mee met de oefening, en moet al een eerste snelle triage uitvoeren. Na deze beoordeling brengen zij de patiënten naar het triagepunt verderop in de hal. Daar staan twee collega’s, een SEH-verpleegkundige en traumachirurg, die de uitgebreidere triage doen. Deze voorzien de lotusslachtoffers van een armband met T1 (levensbedreigend), T2 (zwaargewond) of T3 (lichtgewond) erop. De slachtoffers worden per drie tot vijf tegelijk door het ambulancepersoneel gebracht en er lopen ook sommige zelfverwijzers binnen. Voor de triage staat 30 seconden per patiënt gepland. Dan kunnen ze nog niet doorrijden naar de SEH, want eerst moet alles op de juiste manier in de speciale oefenomgeving van Epic staan. Dat doen de medisch-administratief medewerkers. Een rol die eerst nog onderschat werd, maar al direct na de start van de oefening als zeer cruciaal werd bestempeld, want als de patiënt niet goed in Epic staat, kan niemand er verder iets mee.
NO PLAY
Inmiddels liggen alle shockrooms vol en op meerdere van de ‘reguliere’ SEH-kamers liggen ook T1-patiënten. Maartje Terra loopt op de waarnemers van de SEH toe en zegt dat er een NO PLAY-situatie is. Dat betekent dat er een echte T1-patiënt, los van de rampenoefening, zich aandient voor wie snel ruimte gemaakt moet worden. Snel wordt er een shockroom vrijgemaakt, een traumateam vrijgespeeld en kan zowel de reguliere zorg als de oefening gelijktijdig doorgaan. Tijdens de oefening zullen zich in totaal vijf NO PLAY-situaties voordoen.
Telefoonlijnen overbelast
Buiten de georganiseerde chaos op de SEH om vindt ook in de rest van het ziekenhuis de oefening plaats. Het CBT (crisisbeleidsteam) en het OT (operationeel team) Zorg is op de been en komt elk uur bij elkaar voor een update. In het CBT zit ook de directeur van de dienst Communicatie Frank van der Bosch. Hij coördineert met zijn afdeling het opvangen van de aanloop van familieleden die op zoek zijn naar hun gewonde naasten. Hij krijgt van de dienst ICT een melding dat de telefoonlijnen overbelast zijn. Snel wordt besloten een 0800-nummer te lanceren waar mensen naar kunnen bellen. Ook zijn er journalisten aanwezig, die opgevangen moeten worden.
Er wordt snel een 0800-nummer gelanceerd
Debriefing
De oefening is zo grootschalig dat er ook buiten de SEH, waar de lotusslachtoffers worden opgevangen, wordt geoefend met zogenoemde table top oefeningen. Daarin wordt het protocol met patiëntinformatie op papier getest. Ook de hele logistiek en communicatie tussen alle betrokken afdelingen en diensten binnen het ziekenhuis worden uitvoerig getest. Om precies 10.30 uur wordt het sein ‘einde oefening’ gegeven en begeven alle deelnemers naar Collegezaal 5 voor de debriefing en eerste evaluatie. Maartje Terra vraagt alle teamleiders om een eerste inzicht. De overall conclusie: er is voldoende capaciteit en mankracht, alleen de techniek en onderlinge communicatie kan beter.
De portofoons werken bijvoorbeeld niet of nauwelijks naar behoren. Terra: “Het raamwerk staat. Veel gaat goed, maar we moeten de puntjes nog op de i zetten.”
Wil je meer informatie over de Nazorgpoli? Mail naar
Mariëlle Hartjes: m.hartjes@amsterdamumc.nl of Olaf Geerse: o.geerse@amsterdamumc.nl
Rampenoefening:
paniek in de metro
Reportage
Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema
Amsterdam UMC heeft een nieuw gezamenlijk rampenplan. De protocollen om het hoogste niveau van acute zorg te waarborgen, werden op woensdag 8 november voor het eerst in de praktijk getest. De virtuele noodsituatie: een heftig ongeluk in de Amsterdamse metro. Aan de grootschalige rampenoefening deden 200 medewerkers van beide locaties mee. “Let op: de patiënten zijn nep”
“Waar is de chirurg?”, roept iemand op de gang. “Er komen nog meer patiënten aan. We hebben geen ruimte meer voor een nieuwe T1.” Het is een chaos van medewerkers op de gang van de SEH. Verpleegkundigen, assistenten, artsen, chirurgen, iedereen loopt door elkaar. Sommigen hebben gekleurde hesjes aan, anderen een oranje band om de arm. De patiënten die worden binnengebracht zijn ernstig gewond, sommigen levensbedreigend. Er is een uur geleden een metro ontspoord in Amsterdam, waarbij brand uitbrak en mensen bekneld zaten. De patiëntenstroom naar Amsterdam UMC is op gang gekomen. Gelukkig gaat het vandaag niet om echte patiënten met echte verwondingen, maar om lotusslachtoffers met zeer realistische geschminkte wonden. Voor het eerst test Amsterdam UMC het nieuwe Amsteloverstijgende rampenplan.
Levensbedreigend
Tijdens de gezamenlijke briefing in Collegezaal 4 op locatie AMC komt - zoals beschreven in het uitgebreide draaiboek - stipt om 8.05 uur de melding van de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) binnen. Er is een grootschalig incident gebeurd met meerdere slachtoffers van wie een aantal in de categorie T1, wat betekent dat deze in een levensbedreigende situatie verkeren. Maartje Terra, voorzitter van de commissie Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP), leidt de oefening in. “We moeten oefenen om toekomstbestendig slachtoffers van rampen op te vangen”, zegt Terra, tevens traumachirurg en lid van het Mobiel Medisch Team (MMT). “Nu oefenen we met traumapatiënten, in de toekomst gaan we ook oefenen met rampen door vergiftiging en aanslagen.” De opdracht die Terra haar collega’s geeft: kijk kritisch en grondig naar je eigen plan en geef de punten ter evaluatie door. Ze benadrukt nog dat de patiënten nep zijn: “Dus stop er geen tubes of infusen in.” De oefening gaat niet om de medische kennis, maar om de logistiek van het rampenplan.
Dan begint de oefening en gaan alle 200 deelnemers naar hun eigen afdeling: wachten op wat komen gaat. Degenen met een oranje band om, zijn de waarnemers. Zij observeren wat er gebeurt en sturen indien nodig bij. Ze zijn op de hoogte van het scenario. De overige deelnemers hebben nog geen flauw idee wat hen in de komende tweeëneenhalf uur te wachten staat.
Minder traumakamers
Een van de waarnemers, SEH-verpleegkundige Wouter Prins, is nauw betrokken geweest bij het bedenken van het type slachtoffers. “Het is belangrijk dat we dit plan testen in de nieuwe situatie, waarbij de SEH zich volledig op locatie AMC bevindt. Eerst hadden we de beschikking over acht traumakamers, nu nog maar vier. Ook zijn er cruciale dingen in het rampenplan veranderd, zoals de plek van de triage. Dat is nu in de ambulancehal, in plaats van op de SEH.” In de ambulancehal staat het eerste groepje lotusslachtoffers al klaar om te starten. Onder hen ook Corina Bestebreur, een medewerker van de Acute Opname Afdeling (AOA) op locatie VUmc, die buiten werktijd als lotusslachtoffer werkt. Ze heeft een metalen voorwerp in haar been en ziet er lijkbleek uit. “Ik moet een slachtoffer spelen dat in shock raakt”, vertelt ze. “Het is een uitdaging om je rol goed te spelen, zodat de medewerkers zo realistisch mogelijk het protocol kunnen oefenen.”
De plek van de triage is cruciaal
Triage
Het ambulancepersoneel doet ook mee met de oefening, en moet al een eerste snelle triage uitvoeren. Na deze beoordeling brengen zij de patiënten naar het triagepunt verderop in de hal. Daar staan twee collega’s, een SEH-verpleegkundige en traumachirurg, die de uitgebreidere triage doen. Deze voorzien de lotusslachtoffers van een armband met T1 (levensbedreigend), T2 (zwaargewond) of T3 (lichtgewond) erop. De slachtoffers worden per drie tot vijf tegelijk door het ambulancepersoneel gebracht en er lopen ook sommige zelfverwijzers binnen. Voor de triage staat 30 seconden per patiënt gepland. Dan kunnen ze nog niet doorrijden naar de SEH, want eerst moet alles op de juiste manier in de speciale oefenomgeving van Epic staan. Dat doen de medisch-administratief medewerkers. Een rol die eerst nog onderschat werd, maar al direct na de start van de oefening als zeer cruciaal werd bestempeld, want als de patiënt niet goed in Epic staat, kan niemand er verder iets mee.
NO PLAY
Inmiddels liggen alle shockrooms vol en op meerdere van de ‘reguliere’ SEH-kamers liggen ook T1-patiënten. Maartje Terra loopt op de waarnemers van de SEH toe en zegt dat er een NO PLAY-situatie is. Dat betekent dat er een echte T1-patiënt, los van de rampenoefening, zich aandient voor wie snel ruimte gemaakt moet worden. Snel wordt er een shockroom vrijgemaakt, een traumateam vrijgespeeld en kan zowel de reguliere zorg als de oefening gelijktijdig doorgaan. Tijdens de oefening zullen zich in totaal vijf NO PLAY-situaties voordoen.
Telefoonlijnen overbelast
Buiten de georganiseerde chaos op de SEH om vindt ook in de rest van het ziekenhuis de oefening plaats. Het CBT (crisisbeleidsteam) en het OT (operationeel team) Zorg is op de been en komt elk uur bij elkaar voor een update. In het CBT zit ook de directeur van de dienst Communicatie Frank van der Bosch. Hij coördineert met zijn afdeling het opvangen van de aanloop van familieleden die op zoek zijn naar hun gewonde naasten. Hij krijgt van de dienst ICT een melding dat de telefoonlijnen overbelast zijn. Snel wordt besloten een 0800-nummer te lanceren waar mensen naar kunnen bellen. Ook zijn er journalisten aanwezig, die opgevangen moeten worden.
Er wordt snel een 0800-nummer gelanceerd
Debriefing
De oefening is zo grootschalig dat er ook buiten de SEH, waar de lotusslachtoffers worden opgevangen, wordt geoefend met zogenoemde table top oefeningen. Daarin wordt het protocol met patiëntinformatie op papier getest. Ook de hele logistiek en communicatie tussen alle betrokken afdelingen en diensten binnen het ziekenhuis worden uitvoerig getest. Om precies 10.30 uur wordt het sein ‘einde oefening’ gegeven en begeven alle deelnemers naar Collegezaal 5 voor de debriefing en eerste evaluatie. Maartje Terra vraagt alle teamleiders om een eerste inzicht. De overall conclusie: er is voldoende capaciteit en mankracht, alleen de techniek en onderlinge communicatie kan beter.
De portofoons werken bijvoorbeeld niet of nauwelijks naar behoren. Terra: “Het raamwerk staat. Veel gaat goed, maar we moeten de puntjes nog op de i zetten.”
Wil je meer informatie over de Nazorgpoli? Mail naar
Mariëlle Hartjes: m.hartjes@amsterdamumc.nl of Olaf Geerse: o.geerse@amsterdamumc.nl