human interest
‘Never waste a crisis’
Na bijna dertig jaar AMC en Amsterdam UMC - waarvan 14 jaar als medisch directeur - neemt Moniek Köhlen afscheid. Ze maakte menige crisis mee. ‘Het is belangrijk voor ons allemaal dat we daarvan leren.’
Tekst: Jasper Enklaar - Foto: Martijn Gijbertsen
Moniek Köhlen heeft niet meer de ruime kamer op E2 met het grote bureau dat talloze malen dienstdeed als vergadertafel als er weer eens een crisis was. Köhlen, gedurende 14 jaar medisch directeur, heeft afscheid genomen. Tijdens de periode van overdracht aan haar opvolger Joost Rotteveel heeft ze nog wel een kamertje op dezelfde gang. Vanaf mei is ook dat verleden tijd. Ze is de laatste medisch directeur van Amsterdam UMC, haar opvolger heet directeur patiëntenzorg.
In 1977 ging Köhlen geneeskunde studeren. Vanuit het Limburgse Sittard verhuisde ze naar Amsterdam. Ze is er nooit meer weggegaan. “Ik heb heel bewust voor Amsterdam gekozen. De vrijheid, de openheid, de mogelijkheden die de stad biedt, alles wat er kan en alles wat er te beleven valt.” Dat gevoel heeft ze nog steeds, wonend in het centrum, vlakbij het Frederiksplein. “Een gouden plek.”
Samen beslissen
Na haar studie specialiseerde ze zich als gynaecoloog, werkte een tijd in het Slotervaartziekenhuis, maar verruilde al vrij snel de klinische praktijk voor de bestuurskamer. Ze reageerde toen het AMC op zoek was naar een specialist om te adviseren over het beter registreren van verrichtingen. Wat bedoeld was als een tijdelijk uitstapje werd het begin van een bijna dertigjarig dienstverband, toen ze toetrad tot de medische directie.
“Ik mocht in alle keukens meekijken. Ook weer datzelfde gevoel van vrijheid, van openheid. Ik kreeg daar veel energie van.” Ze vergelijkt het met de manier waarop ze als gynaecoloog met haar patiënten omging. “Aanvankelijk was ik erg van het opereren. Maar op een gegeven moment kreeg ik veel meer interesse om samen met een vrouw te kijken hoe je klachten op een andere manier kon behandelen dan puur die operatieve ingreep. Die interesse in contact, samenwerking, communicatie, dat kon ik ook goed kwijt in het bestuurlijke pad.”
Ze beschrijft zichzelf als een ‘coachend leider’, iemand die luistert en ruimte laat. “Ik heb nooit met de vuist op tafel geslagen, maar ik kan wel direct zijn en zeggen wat ik verwacht. In moeilijke situaties heb je een leider nodig. Ik was niet voor niets voorzitter van de Integrale Crisisorganisatie. Dan moet je stevig in je schoenen staan.”
M
‘Nooit met de vuist op tafel geslagen’
De grootste crisis
De grootste crisis in haar periode als medisch directeur was zonder twijfel corona. “Dat was de grootste en langdurigste. Mooi was de samenwerking en hoe zaken vloeibaar werden.” Piet ter Wee, medisch directeur op locatie VUmc, was ‘minister van Binnenlandse Zaken’ en deed alles in het huis. Köhlen, ‘minister van Buitenlandse Zaken’, onderhield de contacten met de regio en de landelijke partners. “We hadden twee afdelingen met stafadviseurs op twee locaties. Maar iedereen deed mee, was in het weekend aan het notuleren en actielijsten aan het opstellen. Dat zag je bij de stafafdelingen, maar ook in het hele ziekenhuis. Was er één protocol nodig? Dan werd er niet lang nagedacht, dan kwam dat er.”
Ze maakte ook het neerstorten van het vliegtuig van Turkish Airlines in 2009 mee, de nodige calamiteiten en andere heftige gebeurtenissen. Haar afscheidssymposium op 13 maart had dan ook als titel ‘Never waste a crisis’. “Het is belangrijk voor ons allemaal dat we daarvan leren. Ook van calamiteiten. Hoe heeft het kunnen gebeuren en hoe kan je voorkomen dat het nog een keer gebeurt?”
Dat soort heftige gebeurtenissen hielden haar ook na het werk wel eens bezig. Het helpt dan om dingen thuis te bespreken, vertelt ze, maar ook sporten helpt. “De sportschool, lopen, dat werkt haast meditatief. En zwemmen: ik kan eindeloos baantjes trekken. Dan merk ik dat ik problemen, maar ook oplossingen overdenk.”
Vrijheid
Na haar geneeskundestudie is Köhlen niet gepromoveerd. “Ik dacht wel altijd: als het nu niet lukt, wellicht na mijn pensioen. Dat heb ik nooit losgelaten. Als ik het ga doen, wordt het breder dan een puur gynaecologisch onderwerp. Iets met openheid, transparantie, gezondheidsrecht. Maar voor hetzelfde geld gebeurt het niet. Dat is de vrijheid die ik nu heb. Het voelt als aan het begin van je carrière: de hele wereld ligt voor je open.” •
human interest
‘Never waste a crisis’

Na bijna dertig jaar AMC en Amsterdam UMC - waarvan 14 jaar als medisch directeur - neemt Moniek Köhlen afscheid. Ze maakte menige crisis mee. ‘Het is belangrijk voor ons allemaal dat we daarvan leren.’
Tekst: Jasper Enklaar - Foto: Martijn Gijbertsen
De grootste crisis
De grootste crisis in haar periode als medisch directeur was zonder twijfel corona. “Dat was de grootste en langdurigste. Mooi was de samenwerking en hoe zaken vloeibaar werden.” Piet ter Wee, medisch directeur op locatie VUmc, was ‘minister van Binnenlandse Zaken’ en deed alles in het huis. Köhlen, ‘minister van Buitenlandse Zaken’, onderhield de contacten met de regio en de landelijke partners. “We hadden twee afdelingen met stafadviseurs op twee locaties. Maar iedereen deed mee, was in het weekend aan het notuleren en actielijsten aan het opstellen. Dat zag je bij de stafafdelingen, maar ook in het hele ziekenhuis. Was er één protocol nodig? Dan werd er niet lang nagedacht, dan kwam dat er.”
Ze maakte ook het neerstorten van het vliegtuig van Turkish Airlines in 2009 mee, de nodige calamiteiten en andere heftige gebeurtenissen. Haar afscheidssymposium op 13 maart had dan ook als titel ‘Never waste a crisis’. “Het is belangrijk voor ons allemaal dat we daarvan leren. Ook van calamiteiten. Hoe heeft het kunnen gebeuren en hoe kan je voorkomen dat het nog een keer gebeurt?”
Dat soort heftige gebeurtenissen hielden haar ook na het werk wel eens bezig. Het helpt dan om dingen thuis te bespreken, vertelt ze, maar ook sporten helpt. “De sportschool, lopen, dat werkt haast meditatief. En zwemmen: ik kan eindeloos baantjes trekken. Dan merk ik dat ik problemen, maar ook oplossingen overdenk.”
Vrijheid
Na haar geneeskundestudie is Köhlen niet gepromoveerd. “Ik dacht wel altijd: als het nu niet lukt, wellicht na mijn pensioen. Dat heb ik nooit losgelaten. Als ik het ga doen, wordt het breder dan een puur gynaecologisch onderwerp. Iets met openheid, transparantie, gezondheidsrecht. Maar voor hetzelfde geld gebeurt het niet. Dat is de vrijheid die ik nu heb. Het voelt als aan het begin van je carrière: de hele wereld ligt voor je open.” •
‘Nooit met de vuist op tafel geslagen’
Moniek Köhlen heeft niet meer de ruime kamer op E2 met het grote bureau dat talloze malen dienstdeed als vergadertafel als er weer eens een crisis was. Köhlen, gedurende 14 jaar medisch directeur, heeft afscheid genomen. Tijdens de periode van overdracht aan haar opvolger Joost Rotteveel heeft ze nog wel een kamertje op dezelfde gang. Vanaf mei is ook dat verleden tijd. Ze is de laatste medisch directeur van Amsterdam UMC, haar opvolger heet directeur patiëntenzorg.
In 1977 ging Köhlen geneeskunde studeren. Vanuit het Limburgse Sittard verhuisde ze naar Amsterdam. Ze is er nooit meer weggegaan. “Ik heb heel bewust voor Amsterdam gekozen. De vrijheid, de openheid, de mogelijkheden die de stad biedt, alles wat er kan en alles wat er te beleven valt.” Dat gevoel heeft ze nog steeds, wonend in het centrum, vlakbij het Frederiksplein. “Een gouden plek.”
Samen beslissen
Na haar studie specialiseerde ze zich als gynaecoloog, werkte een tijd in het Slotervaartziekenhuis, maar verruilde al vrij snel de klinische praktijk voor de bestuurskamer. Ze reageerde toen het AMC op zoek was naar een specialist om te adviseren over het beter registreren van verrichtingen. Wat bedoeld was als een tijdelijk uitstapje werd het begin van een bijna dertigjarig dienstverband, toen ze toetrad tot de medische directie.
“Ik mocht in alle keukens meekijken. Ook weer datzelfde gevoel van vrijheid, van openheid. Ik kreeg daar veel energie van.” Ze vergelijkt het met de manier waarop ze als gynaecoloog met haar patiënten omging. “Aanvankelijk was ik erg van het opereren. Maar op een gegeven moment kreeg ik veel meer interesse om samen met een vrouw te kijken hoe je klachten op een andere manier kon behandelen dan puur die operatieve ingreep. Die interesse in contact, samenwerking, communicatie, dat kon ik ook goed kwijt in het bestuurlijke pad.”
Ze beschrijft zichzelf als een ‘coachend leider’, iemand die luistert en ruimte laat. “Ik heb nooit met de vuist op tafel geslagen, maar ik kan wel direct zijn en zeggen wat ik verwacht. In moeilijke situaties heb je een leider nodig. Ik was niet voor niets voorzitter van de Integrale Crisisorganisatie. Dan moet je stevig in je schoenen staan.”
M