Alsmaar hoger
‘Een soort van meditatie’
Buiten werktijd
Francis Suer (52)
hoofd secretariaat Kindergeneeskunde
Yvonne Morris (52)
management assistent IOO Dienstencentrum
Yvonne Morris en Francis Suer maken samen met een ex-collega huttentochten door de bergen. Daardoor zijn ze vriendinnen geworden.
Tekst: Catrien Spijkerman - Foto: Martijn Gijsbertsen
Francis: “Ik ging altijd met mijn moeder op vakantie naar de Oostenrijkse bergen. Toen ik terugkwam, vroeg de eerste collega: ‘Heb je ook in zo’n berghut geslapen?’ Nee. De tweede en derde collega: ‘Oh was je in een hut, dat wil ik ook!’ Dus ik zei: ‘Waarom gaan we niet samen?’”
Yvonne: “Ik wilde al zo lang een huttentocht maken, maar ik had nooit een maatje. Want waar vind je nog zo’n gek die het leuk vindt om met een volle rugzak met slaapzak, kleding en noodrantsoen urenlang door de bergen te klauteren om de volgende ochtend om zes uur op te staan en weer op pad te gaan naar de volgende hut?”
Francis: “We zijn met vier collega’s begonnen, maar eentje haakte na een paar jaar af, die zei: ‘Jullie willen alsmaar hoger, verder, uitdagender’. Ze vond het wel mooi geweest.”
Yvonne: “We lopen boven de boomgrens, daar zijn de bergen ruig met puinhellingen, vaak is er geen pad. Het is niet gewoon wandelen, maar klimmen. Soms moeten we ons aan staalkabels zekeren.”
Francis: “Het is er prachtig, de uitzichten, de wilde natuur, de stilte. Je hoort er niks, en je bent met niks anders bezig dan met je tocht.”
Yvonne: “Tijdens het lopen zijn we heel geconcentreerd, maar toch is het heel ontspannend, haast als meditatie. Je bent volledig teruggeworpen op jezelf, en op elkaar.
Francis: “Het is begonnen als collega’s met dezelfde hobby, maar in de bergen zijn we echt vriendinnen geworden.”
‘Een soort van meditatie’
Buiten werktijd
Francis Suer (52)
hoofd secretariaat Kindergeneeskunde
Yvonne Morris (52)
management assistent IOO Dienstencentrum
Yvonne Morris en Francis Suer maken samen met een ex-collega huttentochten door de bergen. Daardoor zijn ze vriendinnen geworden.
Tekst: Catrien Spijkerman - Foto: Martijn Gijsbertsen
Francis: “Ik ging altijd met mijn moeder op vakantie naar de Oostenrijkse bergen. Toen ik terugkwam, vroeg de eerste collega: ‘Heb je ook in zo’n berghut geslapen?’ Nee. De tweede en derde collega: ‘Oh was je in een hut, dat wil ik ook!’ Dus ik zei: ‘Waarom gaan we niet samen?’”
Yvonne: “Ik wilde al zo lang een huttentocht maken, maar ik had nooit een maatje. Want waar vind je nog zo’n gek die het leuk vindt om met een volle rugzak met slaapzak, kleding en noodrantsoen urenlang door de bergen te klauteren om de volgende ochtend om zes uur op te staan en weer op pad te gaan naar de volgende hut?”
Francis: “We zijn met vier collega’s begonnen, maar eentje haakte na een paar jaar af, die zei: ‘Jullie willen alsmaar hoger, verder, uitdagender’. Ze vond het wel mooi geweest.”
Yvonne: “We lopen boven de boomgrens, daar zijn de bergen ruig met puinhellingen, vaak is er geen pad. Het is niet gewoon wandelen, maar klimmen. Soms moeten we ons aan staalkabels zekeren.”
Francis: “Het is er prachtig, de uitzichten, de wilde natuur, de stilte. Je hoort er niks, en je bent met niks anders bezig dan met je tocht.”
Yvonne: “Tijdens het lopen zijn we heel geconcentreerd, maar toch is het heel ontspannend, haast als meditatie. Je bent volledig teruggeworpen op jezelf, en op elkaar.
Francis: “Het is begonnen als collega’s met dezelfde hobby, maar in de bergen zijn we echt vriendinnen geworden.”
Alsmaar hoger