Reportage

Steentje bijdragen

aan de maatschappij

Een groep in Amsterdam geboren kinderen die al sinds hun moeders zwangerschap wordt gevolgd door Amsterdam UMC-onderzoekers. Dat is gebeurd in de ABCD-studie. Begin april werden de proefpersonen in twee weekenden opnieuw getest. Inmiddels zijn ze 20 jaar en werden ze voor het eerst buiten hun ouders om opgeroepen. “Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan de wetenschap.”

Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema

In de Studio van NEMO Science Museum staan alle onderzoekers en onderzoeks-assistenten klaar bij de verschillende teststations. Nog even en de eerste proefpersonen arriveren. Nadat ze eerder al uitgebreide vragenlijsten ingevuld hebben, is vandaag een dag van de fysieke testen. Onder andere een algemeen bloedbeeld, de lichaamssamenstelling, een ECG (hartfilmpje) en de bloeddruk staan op het programma. In totaal is een proefpersoon ongeveer één tot anderhalf uur bezig. Ze moeten nuchter komen, vanwege het bloedprikken. Daarna staat er een lekker ontbijtje voor ze klaar.

‘Interessante waarden’

Student Mats de Haas (20 jaar) komt als een van de eerste proefpersonen binnenlopen. Hij kan meteen plaatsnemen bij het bloedprikstation. Daar worden zijn cholesterol, lipidenprofiel en glucose gemeten. De Haas is geïnteresseerd in de uitslagen, omdat hij met zijn hockeyteam op landelijk niveau speelt en graag wil weten hoe zijn gezondheid ervoor staat. “We doen met de club twee keer per jaar een fit-test, maar dit zijn toch interessante aanvullende waarden om te weten. En het is altijd zinvol om aan wetenschappelijk onderzoek bij te dragen.”

I

Na het prikken neemt hij even snel een van de gezonde snacks die er staan, voor hij naar het volgende meetstation gaat. Daar worden zaken zoals buikomvang, lengte en gewicht opgemeten. De Haas krijgt alvast een aantal elektrodes op zijn lijf geplakt waarmee hij naar de derde testruimte kan. Daar worden onder meer een ECG en de bloeddrukmeting gedaan. Na ruim een kwartier mag hij zich ontdoen van alle plakkers en krijgt hij bij de balie nog een laatste uitleg over de smartwatch die hij binnenkort krijgt thuisgestuurd. Deze smartwatch moet hij een week dag en nacht dragen. Het horloge houdt het beweeg- en slaappatroon bij.

Amsterdamse kinderen

“We zijn heel blij dat we dit jaar weer financiering hebben gekregen voor een grootschalige testronde”, vertelt onderzoeker Tanja Vrijkotte, die al 20 jaar bij de studie betrokken is. In 2003 is de ABCD-studie (Amsterdam Born Children and their Development, red.) opgestart door de Amsterdamse GGD. Die had de data van 8000 zwangere vrouwen verzameld tijdens de 12-weken check. Het doel was om gezondheidsverschillen in kaart te brengen en te kijken waar deze vandaan komen en welke levensfase daarvoor het meest cruciaal is. Amsterdam UMC heeft de studie inmiddels volledig overgenomen en test al ruim 20 jaar de in Amsterdam geboren kinderen gedurende verschillende fases van hun leven. Vrijkotte: “Eerst kregen alleen hun ouders vragenlijsten opgestuurd. Rond de leeftijd van 5 á 6 jaar en 11 á 12 jaar hebben er grootschalige metingen plaatsgevonden waarbij we ook de kinderen zelf opriepen. Dit is de derde grote testronde en nu roepen we alleen de jongeren zelf op, omdat ze inmiddels volwassen zijn.”

Nog een laatste uitleg over de smartwatch

De studie heeft in twintig jaar tijd enorm veel data verzameld, waar over de hele wereld onderzoek mee gedaan wordt. “Ik ben zelf als bewegingswetenschapper en fysioloog geïnteresseerd in hoe het lijf op cardiovasculair gebied reageert op stress. Een van de bekendste bevindingen is dat de gezondheid van kinderen al voor een groot deel in de baarmoeder wordt bepaald. Hoe lager de sociaal economische status, hoe ongezonder de leefstijl en hoe meer kans op een gezondheidsachterstand. Bij deze onderzoeksronde werken we ook samen met het internationale onderzoek ‘GOLIAT’. Hierin wordt de invloed van elektromagnetische straling, zoals 5G, op de mentale gezondheid van jongeren onderzocht. Daarnaast onderzoeken we samen met de afdeling Psychiatrie van Amsterdam UMC online gokken onder jongeren en kijken we naar genderaspecten.”

Kinderen uit hoge klassen

Na 20 jaar heeft er wel wat selectie opgetreden, vertelt Vrijkotte. “Van de 8000 proefpersonen zijn er nu nog ruim 5000 over, de rest is afgevallen. Al in een eerder stadium vielen vooral de ouders van niet-Nederlandse afkomst en lage sociaal-economische status uit. Dit omdat ze de vragenlijsten te moeilijk vonden of omdat ze het belang van wetenschappelijk onderzoek minder inzagen. De resterende 5000 zijn dus voornamelijk de kinderen uit de hogere sociaal-economische klassen. Maar gelukkig kunnen we dat statistisch corrigeren omdat we over de afgelopen twintig jaar de wiskundige verdeling tussen de bevolkingsgroepen in Amsterdam weten.”

De PhD-onderzoeker Siyu Zhou zit bij het ECG-onder­-deel en promoveert zelf op onderzoek naar de steeds vroeger intredende pubertijd. “We weten inmiddels dat elke tien jaar de gemiddelde leeftijd van de pubertijd met drie maanden daalt. Vroege pubertijd kan het beste bij meisjes worden gemeten en houdt in dat de menstruatie voor het negende levensjaar begint. Dat is een risico, omdat vroege pubertijd een hogere kans geeft op bijvoorbeeld eierstokkanker en kan leiden tot psychische aandoeningen.” Tijdens Zhou’s uitleg komt student Merel Verweij (20 jaar) bij het ECG-station aan. “Ik ben wel benieuwd naar alle waarden, het is toch een soort test of alles wel ok is. Vooral het vetpercentage vind ik interessant. Omdat ik zelf ook voor mijn studie bezig ben met onderzoek vind ik het leuk om nu eens te ervaren hoe het is om als participant mee te doen.”

Sieraden afdoen

Net als de meeste proefpersonen die dag vindt Merel het geen probleem om een lange vragenlijst van 45 minuten in te vullen, mee te doen met de testdag, een week een smartwatch te dragen en na afloop nog een cognitieve test en nóg een vragenlijst te maken. Een behoorlijke tijdsinvestering, maar de proefpersonen krijgen wel een vergoeding, vertelt Vrijkotte. “In totaal zo’n 40 euro aan cadeaubonnen en een bon voor een gratis e-learning EHBO.”

Om goed op de jonge doelgroep aan te sluiten en de testdagen zo aantrekkelijk mogelijk voor hen te maken, maakt het onderzoeksteam gebruik van een panel met proefpersonen uit de studie. Aan hen worden vragen gesteld over de plus- en minpunten die ze als deelnemer aan de studie tegenkomen. Een daarvan is Bo Breukelen (20 jaar) die toevallig net deze dag ook haar eigen test doet. “Ik werd gevraagd voor het panel na een van de vorige testdagen. Het leek me interessant om te zien hoe het achter de schermen er aan toe gaat bij zo’n grootschalig onderzoek. En mijn moeder hamerde er ook altijd op dat het zo belangrijk voor de wetenschap is om mee te doen”, lacht ze. “Ik vind vooral een aantrekkelijke locatie en de duur van de testdag belangrijk.” Ze heeft meteen een verbeterpuntje voor de volgende keer, vertelt ze Vrijkotte. “In de brief stond niet dat je je sieraden af moest doen, en ik draag er superveel.”

Vrijkotte is erg blij dat ze in twee weekenden zeker 220 proefpersonen hebben kunnen testen. “We slaan nu een flinke slag. De rest van het jaar worden er wekelijks proefpersonen in Amsterdam UMC getest, maar dat zijn er veel minder op één dag. Daarna zijn we een jaar kwijt aan het opschonen en archiveren van de dataset. Daarna volgen de eerste nieuwe bevindingen.” De proefpersonen worden in ieder geval tot het 25e levensjaar gevolgd, maar Vrijkotte hoopt dat de studie verlengd wordt. “Hoe mooi zou het zijn om straks ook de kinderen van de proefpersonen in het onderzoek mee te nemen.”

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

Steentje bijdragen

aan de maatschappij

Reportage

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema

Een groep in Amsterdam geboren kinderen die al sinds hun moeders zwangerschap wordt gevolgd door Amsterdam UMC-onderzoekers. Dat is gebeurd in de ABCD-studie. Begin april werden de proefpersonen in twee weekenden opnieuw getest. Inmiddels zijn ze 20 jaar en werden ze voor het eerst buiten hun ouders om opgeroepen. “Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan de wetenschap.”

In de Studio van NEMO Science Museum staan alle onderzoekers en onderzoeks-assistenten klaar bij de verschillende teststations. Nog even en de eerste proefpersonen arriveren. Nadat ze eerder al uitgebreide vragenlijsten ingevuld hebben, is vandaag een dag van de fysieke testen. Onder andere een algemeen bloedbeeld, de lichaamssamenstelling, een ECG (hartfilmpje) en de bloeddruk staan op het programma. In totaal is een proefpersoon ongeveer één tot anderhalf uur bezig. Ze moeten nuchter komen, vanwege het bloedprikken. Daarna staat er een lekker ontbijtje voor ze klaar.

‘Interessante waarden’

Student Mats de Haas (20 jaar) komt als een van de eerste proefpersonen binnenlopen. Hij kan meteen plaatsnemen bij het bloedprikstation. Daar worden zijn cholesterol, lipidenprofiel en glucose gemeten. De Haas is geïnteresseerd in de uitslagen, omdat hij met zijn hockeyteam op landelijk niveau speelt en graag wil weten hoe zijn gezondheid ervoor staat. “We doen met de club twee keer per jaar een fit-test, maar dit zijn toch interessante aanvullende waarden om te weten. En het is altijd zinvol om aan wetenschappelijk onderzoek bij te dragen.”

I

Na het prikken neemt hij even snel een van de gezonde snacks die er staan, voor hij naar het volgende meetstation gaat. Daar worden zaken zoals buikomvang, lengte en gewicht opgemeten. De Haas krijgt alvast een aantal elektrodes op zijn lijf geplakt waarmee hij naar de derde testruimte kan. Daar worden onder meer een ECG en de bloeddrukmeting gedaan. Na ruim een kwartier mag hij zich ontdoen van alle plakkers en krijgt hij bij de balie nog een laatste uitleg over de smartwatch die hij binnenkort krijgt thuisgestuurd. Deze smartwatch moet hij een week dag en nacht dragen. Het horloge houdt het beweeg- en slaappatroon bij.

Amsterdamse kinderen

“We zijn heel blij dat we dit jaar weer financiering hebben gekregen voor een grootschalige testronde”, vertelt onderzoeker Tanja Vrijkotte, die al 20 jaar bij de studie betrokken is. In 2003 is de ABCD-studie (Amsterdam Born Children and their Development, red.) opgestart door de Amsterdamse GGD. Die had de data van 8000 zwangere vrouwen verzameld tijdens de 12-weken check. Het doel was om gezondheidsverschillen in kaart te brengen en te kijken waar deze vandaan komen en welke levensfase daarvoor het meest cruciaal is. Amsterdam UMC heeft de studie inmiddels volledig overgenomen en test al ruim 20 jaar de in Amsterdam geboren kinderen gedurende verschillende fases van hun leven. Vrijkotte: “Eerst kregen alleen hun ouders vragenlijsten opgestuurd. Rond de leeftijd van 5 á 6 jaar en 11 á 12 jaar hebben er grootschalige metingen plaatsgevonden waarbij we ook de kinderen zelf opriepen. Dit is de derde grote testronde en nu roepen we alleen de jongeren zelf op, omdat ze inmiddels volwassen zijn.”

Nog een laatste uitleg over de smartwatch

De studie heeft in twintig jaar tijd enorm veel data verzameld, waar over de hele wereld onderzoek mee gedaan wordt. “Ik ben zelf als bewegingswetenschapper en fysioloog geïnteresseerd in hoe het lijf op cardiovasculair gebied reageert op stress. Een van de bekendste bevindingen is dat de gezondheid van kinderen al voor een groot deel in de baarmoeder wordt bepaald. Hoe lager de sociaal economische status, hoe ongezonder de leefstijl en hoe meer kans op een gezondheidsachterstand. Bij deze onderzoeksronde werken we ook samen met het internationale onderzoek ‘GOLIAT’. Hierin wordt de invloed van elektromagnetische straling, zoals 5G, op de mentale gezondheid van jongeren onderzocht. Daarnaast onderzoeken we samen met de afdeling Psychiatrie van Amsterdam UMC online gokken onder jongeren en kijken we naar genderaspecten.”

Kinderen uit hoge klassen

Na 20 jaar heeft er wel wat selectie opgetreden, vertelt Vrijkotte. “Van de 8000 proefpersonen zijn er nu nog ruim 5000 over, de rest is afgevallen. Al in een eerder stadium vielen vooral de ouders van niet-Nederlandse afkomst en lage sociaal-economische status uit. Dit omdat ze de vragenlijsten te moeilijk vonden of omdat ze het belang van wetenschappelijk onderzoek minder inzagen. De resterende 5000 zijn dus voornamelijk de kinderen uit de hogere sociaal-economische klassen. Maar gelukkig kunnen we dat statistisch corrigeren omdat we over de afgelopen twintig jaar de wiskundige verdeling tussen de bevolkingsgroepen in Amsterdam weten.”

‘De ouders profiteren mee’

De PhD-onderzoeker Siyu Zhou zit bij het ECG-onder­-deel en promoveert zelf op onderzoek naar de steeds vroeger intredende pubertijd. “We weten inmiddels dat elke tien jaar de gemiddelde leeftijd van de pubertijd met drie maanden daalt. Vroege pubertijd kan het beste bij meisjes worden gemeten en houdt in dat de menstruatie voor het negende levensjaar begint. Dat is een risico, omdat vroege pubertijd een hogere kans geeft op bijvoorbeeld eierstokkanker en kan leiden tot psychische aandoeningen.” Tijdens Zhou’s uitleg komt student Merel Verweij (20 jaar) bij het ECG-station aan. “Ik ben wel benieuwd naar alle waarden, het is toch een soort test of alles wel ok is. Vooral het vetpercentage vind ik interessant. Omdat ik zelf ook voor mijn studie bezig ben met onderzoek vind ik het leuk om nu eens te ervaren hoe het is om als participant mee te doen.”

Sieraden afdoen

Net als de meeste proefpersonen die dag vindt Merel het geen probleem om een lange vragenlijst van 45 minuten in te vullen, mee te doen met de testdag, een week een smartwatch te dragen en na afloop nog een cognitieve test en nóg een vragenlijst te maken. Een behoorlijke tijdsinvestering, maar de proefpersonen krijgen wel een vergoeding, vertelt Vrijkotte. “In totaal zo’n 40 euro aan cadeaubonnen en een bon voor een gratis e-learning EHBO.”

Om goed op de jonge doelgroep aan te sluiten en de testdagen zo aantrekkelijk mogelijk voor hen te maken, maakt het onderzoeksteam gebruik van een panel met proefpersonen uit de studie. Aan hen worden vragen gesteld over de plus- en minpunten die ze als deelnemer aan de studie tegenkomen. Een daarvan is Bo Breukelen (20 jaar) die toevallig net deze dag ook haar eigen test doet. “Ik werd gevraagd voor het panel na een van de vorige testdagen. Het leek me interessant om te zien hoe het achter de schermen er aan toe gaat bij zo’n grootschalig onderzoek. En mijn moeder hamerde er ook altijd op dat het zo belangrijk voor de wetenschap is om mee te doen”, lacht ze. “Ik vind vooral een aantrekkelijke locatie en de duur van de testdag belangrijk.” Ze heeft meteen een verbeterpuntje voor de volgende keer, vertelt ze Vrijkotte. “In de brief stond niet dat je je sieraden af moest doen, en ik draag er superveel.”

Vrijkotte is erg blij dat ze in twee weekenden zeker 220 proefpersonen hebben kunnen testen. “We slaan nu een flinke slag. De rest van het jaar worden er wekelijks proefpersonen in Amsterdam UMC getest, maar dat zijn er veel minder op één dag. Daarna zijn we een jaar kwijt aan het opschonen en archiveren van de dataset. Daarna volgen de eerste nieuwe bevindingen.” De proefpersonen worden in ieder geval tot het 25e levensjaar gevolgd, maar Vrijkotte hoopt dat de studie verlengd wordt. “Hoe mooi zou het zijn om straks ook de kinderen van de proefpersonen in het onderzoek mee te nemen.”

DNA magazine online

DNA is het medewerkersblad van Amsterdam UMC. Het verschijnt 6 keer per jaar, zowel op papier als online. DNA brengt de achtergronden en persoonlijke verhalen bij de actuele ontwikkelingen in en rondom het ziekenhuis.
Volledig scherm