Internationaal
Leren van een
andere wereld
Veel minder voorzieningen, veel meer sterfte. De omstandigheden in ziekenhuizen in Malawi en Ghana zijn heel anders dan in Amsterdam UMC. Om dat te verbeteren werken artsen, onderzoekers en studenten uit de drie landen samen in onderwijs, onderzoek en zorg. Alle partijen hebben daar baat bij. “Samenwerken in Afrika brengt mij veel nieuwe inzichten.”
Deelnemers aan de Summer school in Ghana.
Tekst: Stijn Dunk - Foto’s: Martijn Gijsbersten
Interessante pathologie
De radiologielessen zijn een project dat vooral aan het Queen Elizabeth Central Hospital ten goede komt, vertelt Mbale. “Van het onderzoek dat Wieger en ik doen profiteert ook Amsterdam UMC: via wetenschappelijke kennis en publicaties.” Beide partijen streven ernaar de samenwerking zo wederkerig mogelijk te maken. “Wanneer onze coassistenten in Malawi stage kunnen lopen verrijkt dat onze opleiding”, stelt Voskuijl. “Je leert daar veel sneller het ambacht aan het bed, weet ik uit eigen ervaring. Omdat je minder middelen hebt, moet je vertrouwen op je eigen klinische vaardigheden. Hoe luister je naar een hart, hoe communiceer je met een kind en zijn moeder?” Ook Beekman, die enkele weken in Malawi was, zegt veel op te steken van de samenwerking: “In Afrika is er superinteressante pathologie, met veel meer infectieziekten zoals schistosomiasis. En je ziet oncologische beelden in een vergevorderd stadium, omdat de kanker vaak later ontdekt wordt. Dat is tragisch, maar tegelijk leer ik er veel van.”
“5 procent van de kinderen die in mijn ziekenhuis worden opgenomen, sterft uiteindelijk. Daar raak je enerzijds bijna aan gewend, anderzijds houdt het je wakker: wat had ik beter kunnen doen?”, vertelt Emmie Mbale, kinderarts in het Queen Elizabeth Central Hospital in Blantyre, Malawi. “De hoge sterfte is mijn grote motivatie om de diagnose en de behandeling te verbeteren. Onze samenwerking met Amsterdam UMC levert daar een tastbare bijdrage aan.” Mbale is in september op werkbezoek in het Emma Kinderziekenhuis en bekijkt ook op locatie VUmc diverse best practices. Haar gastheer is kinderarts Wieger Voskuijl, met wie ze al jarenlang samenwerkt. Bijvoorbeeld in een internationaal onderzoek naar de verbanden tussen ondervoeding en kindersterfte. Voskuijl heeft zelf van 2012 tot 2015 in Blantyre op de kinderafdeling gewerkt: “Ik zag jaarlijks 200 tot 300 ondervoede kinderen voorbijkomen. Dan zie je van dichtbij de gevolgen. Met ons onderzoek willen we beter kunnen voorspellen welke kinderen veel risico’s lopen en welke juist weinig.”
Kindersterfte sky high
Een van de risicogroepen zijn ondervoede kinderen met een beperking. Mbale, die verbonden is aan de Kamuzu University for Health Sciences, richt zich op het zo optimaal mogelijk screenen en behandelen van deze kwetsbare patienten. “Ik ga hier in Amsterdam kijken hoe ze op verschillende momenten met deze groep omgaan, zodat wij onze aanpak kunnen verbeteren.” Een ander aandachtspunt is de zorg voor kinderen nadat ze ontslagen zijn uit het ziekenhuis. “In Malawi is de sterfte onder die kinderen sky high”, vertelt Voskuijl. “Ouders komen vaak niet meer terug naar het ziekenhuis als het nodig is. Komt dat omdat de kosten te hoog zijn, of omdat de behandeling niet beviel? Dat vragen we nu uit.”
De samenwerking met ziekenhuizen in Malawi en Ghana (zie kadertekst) is in 2018 ontstaan vanuit de projectroep Global Health Education in Amsterdam UMC. De activiteiten hebben zich uitgebreid naar meerdere thema’s en projecten. Zo zet de afdeling Radiologie van Amsterdam UMC een online onderwijsprogramma op voor aiossen in Malawi. “Door het ontbreken van gediplomeerde radiologen worden echo’s, rontgenfoto’s en andere beelden alleen door een aanvrager bekeken en niet door een radioloog beoordeeld”, aldus aios Radiologie Kerensa Beekman. “Er bestaat al een online training vanuit een Engelse en een Amerikaanse universiteit. Ik ga daarin een module verzorgen.” “Aan de hand van digitale plaatjes leren ze hoe een normale knie en enkel eruitziet. Ze maken ook kennis met basic afwijkingen zoals een gescheurde meniscus of knieband. Op basis van de beelden maken de aiossen steeds een proefverslag, dat ik daarna met ze bespreek.” Beekman hoopt dat het online onderwijs hen stimuleert in hun eigen land hun diploma te halen en daar te blijven werken. “Als ze in het buitenland gaan studeren, blijven ze daar vaak en dat wil je niet.”
5
‘De hoge kindersterfte is mijn motivatie’
Mbale is de vijfde kinderarts uit Malawi die op werkbezoek komt in het Emma Kinderziekenhuis: Ook de afdelingen Interne geneeskunde, Psychiatrie en Gynecologie & Verloskunde wisselen mensen en kennis uit. “Ons universitair ziekenhuis heeft altijd veel internationaal samengewerkt”, zegt Mbale. “De verschillen zijn groot: wij behandelen jaarlijks veel meer kinderen met veel minder personeel. Dat wordt deels opgevangen door zogeheten guardians: familieleden die de hele dag bij hun kind in het ziekenhuis blijven en simpele zorgtaken overnemen.” Misschien is dat soort mantelzorg ook in Nederland een deel van de oplossing voor het personeelstekort”, oppert Voskuijl. “Samenwerken in Afrika brengt je zoveel nieuwe ideeën en inzichten. Het voedt je professie. Ik kan het iedereen aanraden.” •
Summerschool helpt jonge onderzoekers op weg
“Dit jaar hebben we voor het vijfde achtereenvolgende jaar in Accra een gezamenlijke Summer school ‘Academic writing’ gehouden met de University Of Ghana”, vertelt universitair docent Erik Beune. “De PhD-onderzoekers leren hoe je een goed wetenschappelijk artikel schrijft en een kansrijke aanvraag voor een onderzoeksbeurs. Ook brengen we ze de skills bij om een systematic review en een meta-analyse te doen waarbij je data van andere studies gebruikt. Die kun je met relatief weinig tijd en geld makkelijk uitvoeren. De deelnemers kunnen na de Summer school nog een half jaar aankloppen bij de docenten voor hulp.”
De jonge onderzoekers zijn zeer tevreden over de Summer school, blijkt uit een recente evaluatie. Naast de genoemde schrijf- en analysevaardigheden noemen de deelnemers als winst dat ze intensiever zijn gaan samenwerken met andere onderzoekers en meer artikelen publiceren. Ook is hun academische zelfvertrouwen vergroot na de Summer school. “Het is heel mooi om te zien hoe eager de jonge onderzoekers zijn”, vertelt Beune, die de Summer school sinds het begin coördineert en er lesgeeft. “Ze willen zo lang mogelijk doorgaan en op het eind van de dag laten ze met een posterpresentatie vaak zien dat ze het al goed begrepen hebben.”
De meeste workshops in de Summer school worden gegeven door docentenkoppels uit Ghana en Nederland. Net als in de projecten met Malawi is het doel de samenwerking zo gelijkwaardig mogelijk vorm te geven. Dat geldt ook voor andere uitwisselingen met de University of Ghana. Zo kunnen per jaar 18 Amsterdams coassistenten een tropencoschap van 8 weken lopen in een Ghanees plattelandsziekenhuis. “Daar doen ze een enorme hoeveelheid ervaring op”, weet Beune. “Velen ervaren deze tijd als levensveranderend.” Ook masterstudenten Geneeskunde schrijven soms hun thesis over Ghanese casuistiek en lopen daarvoor een stage in Accra. “Dit verrijkt hen persoonlijk en is goed voor de internationalisering van de opleiding.”
Internationaal
Leren van een
andere wereld
‘De hoge kindersterfte is mijn motivatie’
Veel minder voorzieningen, veel meer sterfte. De omstandigheden in ziekenhuizen in Malawi en Ghana zijn heel anders dan in Amsterdam UMC. Om dat te verbeteren werken artsen, onderzoekers en studenten uit de drie landen samen in onderwijs, onderzoek en zorg. Alle partijen hebben daar baat bij. “Samenwerken in Afrika brengt mij veel nieuwe inzichten.”
Tekst: Stijn Dunk - Foto’s: Martijn Gijsbersten
Interessante pathologie
De radiologielessen zijn een project dat vooral aan het Queen Elizabeth Central Hospital ten goede komt, vertelt Mbale. “Van het onderzoek dat Wieger en ik doen profiteert ook Amsterdam UMC: via wetenschappelijke kennis en publicaties.” Beide partijen streven ernaar de samenwerking zo wederkerig mogelijk te maken. “Wanneer onze coassistenten in Malawi stage kunnen lopen verrijkt dat onze opleiding”, stelt Voskuijl. “Je leert daar veel sneller het ambacht aan het bed, weet ik uit eigen ervaring. Omdat je minder middelen hebt, moet je vertrouwen op je eigen klinische vaardigheden. Hoe luister je naar een hart, hoe communiceer je met een kind en zijn moeder?” Ook Beekman, die enkele weken in Malawi was, zegt veel op te steken van de samenwerking: “In Afrika is er superinteressante pathologie, met veel meer infectieziekten zoals schistosomiasis. En je ziet oncologische beelden in een vergevorderd stadium, omdat de kanker vaak later ontdekt wordt. Dat is tragisch, maar tegelijk leer ik er veel van.”
“5 procent van de kinderen die in mijn ziekenhuis worden opgenomen, sterft uiteindelijk. Daar raak je enerzijds bijna aan gewend, anderzijds houdt het je wakker: wat had ik beter kunnen doen?”, vertelt Emmie Mbale, kinderarts in het Queen Elizabeth Central Hospital in Blantyre, Malawi. “De hoge sterfte is mijn grote motivatie om de diagnose en de behandeling te verbeteren. Onze samenwerking met Amsterdam UMC levert daar een tastbare bijdrage aan.” Mbale is in september op werkbezoek in het Emma Kinderziekenhuis en bekijkt ook op locatie VUmc diverse best practices. Haar gastheer is kinderarts Wieger Voskuijl, met wie ze al jarenlang samenwerkt. Bijvoorbeeld in een internationaal onderzoek naar de verbanden tussen ondervoeding en kindersterfte. Voskuijl heeft zelf van 2012 tot 2015 in Blantyre op de kinderafdeling gewerkt: “Ik zag jaarlijks 200 tot 300 ondervoede kinderen voorbijkomen. Dan zie je van dichtbij de gevolgen. Met ons onderzoek willen we beter kunnen voorspellen welke kinderen veel risico’s lopen en welke juist weinig.”
Kindersterfte sky high
Een van de risicogroepen zijn ondervoede kinderen met een beperking. Mbale, die verbonden is aan de Kamuzu University for Health Sciences, richt zich op het zo optimaal mogelijk screenen en behandelen van deze kwetsbare patienten. “Ik ga hier in Amsterdam kijken hoe ze op verschillende momenten met deze groep omgaan, zodat wij onze aanpak kunnen verbeteren.” Een ander aandachtspunt is de zorg voor kinderen nadat ze ontslagen zijn uit het ziekenhuis. “In Malawi is de sterfte onder die kinderen sky high”, vertelt Voskuijl. “Ouders komen vaak niet meer terug naar het ziekenhuis als het nodig is. Komt dat omdat de kosten te hoog zijn, of omdat de behandeling niet beviel? Dat vragen we nu uit.”
De samenwerking met ziekenhuizen in Malawi en Ghana (zie kadertekst) is in 2018 ontstaan vanuit de projectroep Global Health Education in Amsterdam UMC. De activiteiten hebben zich uitgebreid naar meerdere thema’s en projecten. Zo zet de afdeling Radiologie van Amsterdam UMC een online onderwijsprogramma op voor aiossen in Malawi. “Door het ontbreken van gediplomeerde radiologen worden echo’s, rontgenfoto’s en andere beelden alleen door een aanvrager bekeken en niet door een radioloog beoordeeld”, aldus aios Radiologie Kerensa Beekman. “Er bestaat al een online training vanuit een Engelse en een Amerikaanse universiteit. Ik ga daarin een module verzorgen.” “Aan de hand van digitale plaatjes leren ze hoe een normale knie en enkel eruitziet. Ze maken ook kennis met basic afwijkingen zoals een gescheurde meniscus of knieband. Op basis van de beelden maken de aiossen steeds een proefverslag, dat ik daarna met ze bespreek.” Beekman hoopt dat het online onderwijs hen stimuleert in hun eigen land hun diploma te halen en daar te blijven werken. “Als ze in het buitenland gaan studeren, blijven ze daar vaak en dat wil je niet.”
5
Mbale is de vijfde kinderarts uit Malawi die op werkbezoek komt in het Emma Kinderziekenhuis: Ook de afdelingen Interne geneeskunde, Psychiatrie en Gynecologie & Verloskunde wisselen mensen en kennis uit. “Ons universitair ziekenhuis heeft altijd veel internationaal samengewerkt”, zegt Mbale. “De verschillen zijn groot: wij behandelen jaarlijks veel meer kinderen met veel minder personeel. Dat wordt deels opgevangen door zogeheten guardians: familieleden die de hele dag bij hun kind in het ziekenhuis blijven en simpele zorgtaken overnemen.” Misschien is dat soort mantelzorg ook in Nederland een deel van de oplossing voor het personeelstekort”, oppert Voskuijl. “Samenwerken in Afrika brengt je zoveel nieuwe ideeën en inzichten. Het voedt je professie. Ik kan het iedereen aanraden.” •
Deelnemers aan de Summer school in Ghana.
Summerschool helpt jonge onderzoekers op weg
“Dit jaar hebben we voor het vijfde achtereenvolgende jaar in Accra een gezamenlijke Summer school ‘Academic writing’ gehouden met de University Of Ghana”, vertelt universitair docent Erik Beune. “De PhD-onderzoekers leren hoe je een goed wetenschappelijk artikel schrijft en een kansrijke aanvraag voor een onderzoeksbeurs. Ook brengen we ze de skills bij om een systematic review en een meta-analyse te doen waarbij je data van andere studies gebruikt. Die kun je met relatief weinig tijd en geld makkelijk uitvoeren. De deelnemers kunnen na de Summer school nog een half jaar aankloppen bij de docenten voor hulp.”
De jonge onderzoekers zijn zeer tevreden over de Summer school, blijkt uit een recente evaluatie. Naast de genoemde schrijf- en analysevaardigheden noemen de deelnemers als winst dat ze intensiever zijn gaan samenwerken met andere onderzoekers en meer artikelen publiceren. Ook is hun academische zelfvertrouwen vergroot na de Summer school. “Het is heel mooi om te zien hoe eager de jonge onderzoekers zijn”, vertelt Beune, die de Summer school sinds het begin coördineert en er lesgeeft. “Ze willen zo lang mogelijk doorgaan en op het eind van de dag laten ze met een posterpresentatie vaak zien dat ze het al goed begrepen hebben.”
De meeste workshops in de Summer school worden gegeven door docentenkoppels uit Ghana en Nederland. Net als in de projecten met Malawi is het doel de samenwerking zo gelijkwaardig mogelijk vorm te geven. Dat geldt ook voor andere uitwisselingen met de University of Ghana. Zo kunnen per jaar 18 Amsterdams coassistenten een tropencoschap van 8 weken lopen in een Ghanees plattelandsziekenhuis. “Daar doen ze een enorme hoeveelheid ervaring op”, weet Beune. “Velen ervaren deze tijd als levensveranderend.” Ook masterstudenten Geneeskunde schrijven soms hun thesis over Ghanese casuistiek en lopen daarvoor een stage in Accra. “Dit verrijkt hen persoonlijk en is goed voor de internationalisering van de opleiding.”